Reparaties en restauraties
In 1904 was het orgel versleten en ging men over tot een reparatie. Omdat er in 1921 reeds elektriciteit in de kerk was, werd er in 1929 een elektromotor ingebouwd voor de windverzorging. Kosten: f.300,-. De orgeltrapper was nu niet meer nodig. Dat scheelde de kerkvoogdij f.25,- per jaar. De orgeltrapper zelf was het er niet mee eens en mopperde tegen de kerkvoogdij. Hij kreeg een kleine compensatie. Na jaren dienst gedaan te hebben, wordt het orgel in 1943 gerestaureerd. Twee jaar later wordt er nog een register bijgezet, een Quintideen 16'. Kosten: f.7348,02, voor die tijd een behoorlijk bedrag. Op de foto uit 1969 zijn ook de muurschilderingen naast het orgel te zien. Helaas zijn deze met de bouw van het grote orgel anno 1975 verdwenen. Zij zijn nog wel, op ware grote, op papier aanwezig. In 1966 wordt na veel wikken en wegen toch een eerste reparatie van het rugwerk aanbesteed. In 1968 gaat de orgelbouwer Sloof uit Ouderkerk aan de slag met een eerste restauratie. Er wordt in 1969 een advies gevraagd aan de orgelcommissie voor een eventuele grotere restauratie. Deze commissie adviseert niets meer aan te besteden en een nieuw orgel te bouwen. Daaruit volgt tenslotte een totale vernieuwing van het orgel. De oplevering is in 1975. Van de investeringen komt bijna de helft ten goede aan voorzieningen voor extra stemmen in de toekomst. Deze zullen echter waarschijnlijk nooit meer worden gerealiseerd vanwege de enorme kosten die hiermee gepaard gaan. | ||
terug | ||