In plaats van engelen In plaats van engelen
En toen zij zeer bevreesd werden en het gezicht naar de grond bogen, zeiden die tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden?
(Lukas 24: 5)

Nee, een engel ben ik er nog nooit tegengekomen. Waar?
Op de begraafplaats aan de Molenweg. Als ik er kom zijn er sowieso weinig verrassingen. Alles gaat volgens vaste patronen. We staan met een groepje mensen te wachten bij de ingang van de aula. Te wachten tot de auto aan komt rijden met de kist daarin. En natuurlijk gaat het weleens een beetje verschillend, ook afhankelijk, van de uitvaartonderneming, maar meestal is voor de wachtenden alleen nog maar onzeker of we links- of rechtsaf zullen gaan. Onzekerheid moet er immers zo weinig mogelijk zijn als je al vol verdriet bent en ook nog eens op een heel tastbare manier met de dood geconfronteerd wordt doordat je even later in het graf staat te kijken.

De meeste mensen gaan op de dag van het afscheid voor het bekende en vertrouwde. Bij voorkeur de uitvaartondernemer die al eerder de familie van dienst is geweest. En het liefst ook bekende liederen, die iedereen nog wel kent, ook al kom je al heel lang niet meer in een kerk. Dat alles geeft de stevigheid en steun die je op zulke dagen zo keihard nodig hebt. Je zou het ook wapens kunnen noemen, want het gaat ten diepste om een strijd. Je hebt een gevecht te leveren met je eigen verdriet en emoties, maar ook nog dieper: met je eigen vergankelijkheid, met het feit dat je zelf een sterfelijk mens bent. Het is goed om dan een strategie te hebben over hoe je die strijd aan wilt gaan en welke wapens je wanneer in wilt zetten.

Ja, zo proberen we alles nog enigszins te controleren, maar echt lukken doet het niet. We hebben immers geen enkele grip op die grote tegenstander, op de dood. Je merkt het ook in de getuigenissen over de opstanding in de evangeliën. Op een begraafplaats wil je rust. Daar moet het er voorspelbaar aan toe gaan. En precies het tegengestelde is aan de orde op die eerste dag van de week.

Alles is anders dan ze verwacht hadden. Ze kunnen niks met hun meegebrachte specerijen, want de sluitsteen is weggerold en het lichaam van de overledene bevindt zich niet meer in het graf. Het zal je maar gebeuren, een paar dagen na de begrafenis ‘Ontdaan’ is op zo’n moment een eufemisme.

Omdat de evangeliën ‘anti-vreesboeken’ zijn, stuurde God mannen in blinkende gewaden op de weg van deze vrouwen, engelen die uitleg gaven: “Als je op zoek bent naar de Levende, dan ben je hier echt op de verkeerde plaats. Hier is Hij niet. Hij is opgewekt. Hij heeft het toch ook al gezegd, al over dit onderwerp gesproken toen jullie met Hem onderweg waren in Galilea? Dat zo moest gaan. Dat het zo zou gaan!”

Zijn wij slechter af dan deze vrouwen in verwarring? Nou, hopelijk is het evangelie, en een dienaar daarvan, op het graf erbij. En er is nog een kans, want er zijn stenen waar iets opgezet kan worden. Sommige teksten maken je echt blij, omdat hoop en verwachting er als het ware vanaf springen. Als het zo ligt, komen grafbezoekers ook nu, nog steeds, engelen tegen!
 
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen, daald’ een engel af, heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf.

Ds. B.F. (Bas) Bakelaar
april 2021
terug