De laatste Kerst?
De laatste Kerst?
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. (Mattheüs 24: 35)
'Kernaanval verdampt Amsterdam'. Die kop las ik onlangs in mijn dagblad. Het stond boven het verslag van een onlangs gehouden bijeenkomst in het Vredespaleis, waarop gewaarschuwd werd dat de kans dat kernwapens daadwerkelijk gebruikt zullen worden de laatste jaren gevaarlijk is toegenomen. Een dergelijke aanval op Amsterdam zou betekenen dat zich in een duizendste van een seconde een vuurbal vormt waarin alles verdampt: gebouwen, bomen en mensen. Wat zou u doen als het echt zo zou zijn, als onderhandelaars en diplomaten het niet meer voor elkaar krijgen om de alom aanwezige agressie de kop in te drukken en een van de wereldleiders meent dat hij zijn arsenaal nu echt zal moeten aanspreken? Wat zou u doen als het bovenstaande scenario op 1 januari 2020 werkelijkheid zou worden? In Mattheüs 24 ontmoeten we Jezus, zittend op een berg. Dat zitten is de houding van een rabbijn die onderwijs geeft. Deze rede van Jezus is enerzijds te vergelijken met een catechisatie-les, anderzijds ook met een testament. Hij wil degenen aan zijn voeten voorbereid achterlaten. Sommigen focussen dan op de tekenen en interpreteren Jezus' woorden vooral als aanwijzingen op basis waarvan je zou kunnen nagaan wanneer precies het eind van onze wereld daar zal zijn. Zelf lees ik dit hoofdstuk anders. Het spoort niet aan tot passiviteit, maar juist tot activiteit. Het Woord moet immers gepredikt worden. En daar moeten ze, door alles heen, mee doorgaan, en zich niet van de wijs laten brengen. Ja, er zal van alles komen: oorlogen, aardbevingen en hongersnoden. Dat is echter niet het einde. Nee, het zijn de weeën die aan de geboorte van de nieuwe wereld vooraf gaan. De verwachting van een geboorte spoort toch juist aan om dingen te gaan doen? De gesprekken gaan dan plotseling over de naam en de tekst die op het geboortekaartje moet gaan komen. Kleertjes en extra meubilair worden aangeschaft, en in huis wordt geklust om alles gereed te maken voor de komst van hem of haar die verwacht wordt. Mattheüs 24 is zeker geen doemscenario. Jezus wil zijn discipelen geen vrees inboezemen. Zijn woorden sporen echter wel aan tot waakzaamheid. Jezus haalt daarbij de mensen in de tijd van Noach als waarschuwend voorbeeld aan. Die deden eigenlijk niks verkeerd, behalve dan dat ze opgingen in hun alledaagse leven en de waarschuwing die uitging van de bouwende Noach niet opmerkten. Ja, dan komt een zondvloed onverwachts… Gods Woord, en de verwachting die daarin doorklinkt, uit beeld verliezen, daar ben ik banger voor dan voor kernwapens. Daarom wens ik u geen in slaap soezende muziek, maar woorden van Jezus toe en een wakkere Kerst. Probeer hem eens te vieren alsof het je laatste is… Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer, maar op een hart vol hoogmoed ziet Hij in gramschap neer. Wie vraagt naar zijn gebod en bidden blijft en waken, in hem wil woning maken het heil, de Zoon van God. (Gez. 114: 3 WK) Ds. B.F. (Bas) Bakelaar
december 2019 | ||
terug | ||