Weer op peil? Weer op peil?
Ook werden de bronnen van de watervloed en de sluizen van de hemel gesloten, en de regen uit de hemel werd gestopt.
(Genesis 8: 2)

Hebt u er ook zo naar gehunkerd, naar een einde aan al die regen? Er leek deze keer bijna geen einde aan te komen, en in werkelijk alle gradaties is er neerslag over ons heen gekomen: van een motterig buitje tot stevige hagel die me bezorgd naar het dak van mijn auto deed kijken. Maar mag ik zo beginnen, want ‘mopperen op het weer is mopperen op de Heer’, gaf een broeder of zuster in het geloof eens te kennen. En al dat water uit de hemel was toch ook keihard nodig om het afgezonken grondwater, dat door vele droge zomers tot zorgelijke diepte was gezakt, weer op de juiste hoogte te brengen? Verheugd meldde het NOS-journaal dan ook dat het weer op orde is. Reden tot dankbaarheid dus!

Op het goede peil is het grondwater trouwens niet alleen gekomen door verticaal ontvangen water uit de hemel. Nee, op het horizontale vlak gebeurde er ook van alles: water werd opgespaard in kelders en overloopgebieden, en waterscheidingen werden doorbroken om een vrijer stromen mogelijk te maken. Bij interviews over dit onderwerp zie je dan ook altijd mensen met hun laarzen door de modder banjeren.

Hoe zit het met ons peil? Na zo’n anderhalf jaar Corona is er misschien ook wel reden tot zorg, want niet alleen het grondwater is steeds dieper in de bodem weggezakt, door alle maatregelen en beperkingen is het met het ‘water des levens’ (Openb. 22: 17) soms ook niet zo best gesteld. Technisch was en is er veel mogelijk, middelen waarvoor we ook dankbaar zijn, maar wie van ons vindt op dit moment Zoom of Teams nog interessant? Het haalt het toch allemaal niet bij een ‘live’ kerkdienst of kringbijeenkomst! Al dat virtuele kan God ook heel erg vluchtig maken…

Grote droogte maakt scheuren in de grond. Zo’n tijd met weinig geestelijke voeding kan ons geloofsleven dor maken. Hoe voorkomen we dat het niet helemaal wegsijpelt, dat we geestelijk compleet opdrogen? Nou, allereerst moesten we voor het levende water altijd al, en nog steeds, bij Jezus zijn. Een levende relatie met Hem hebben, betekent ook met een verborgen voorraad mogen rondlopen: dat er zo’n kelder is op de bodem van je hart waar water opwelt, ook in kurkdroge tijden (zie Joh. 4: 14). Maar behalve dat moet er ongetwijfeld ook horizontaal wat gebeuren: werk op het grondvlak, moeten de laarzen - nu er meer mag - weer nadrukkelijk in de klei van de gemeente worden gezet, om te kijken waar er verstoppingen zitten, om gaten te maken in ongewenste scheidingen die de stroom van het levende water alleen maar belemmeren, om zicht te krijgen op plekken die zo droog staan dat acute beregening noodzakelijk is.

U begrijpt: het bovenstaande is een groot karwei. En, gebruik makend van de slogan die we inmiddels allemaal wel kennen, zeg ik: “Alleen samen krijgen we deze droogte onder controle!” Als we allemaal willen dat ook dit peil weer in orde komt, laten we dan ook gezamenlijk de laarzen van het gebed aantrekken, en de zandzakken van het Woord aan elkaar doorgeven. Dit alles natuurlijkheid in afhankelijkheid van onze God, die gelukkig(!) bekend staat als een ‘Hoorder van het gebed’ (Psalm 65: 3 onb.).
 
Ds. B.F. (Bas) Bakelaar
juni 2021
terug