Een Woord in de storm Een Woord in de storm
Dagenlang waren de zon noch de sterren te zien en bleef de storm in alle hevigheid woeden, zodat we ten slotte elke hoop op redding verloren.
(Handelingen 27:20)

Hadden ze nu maar naar Paulus geluisterd. Hij had immers gewaarschuwd dat het te gevaarlijk zou zijn. Hij had ervoor gepleit om op Kreta te blijven en niet uit te varen. Maar zij die dan en daar de baas waren, hadden niet naar de apostel willen luisteren. De centurio, de Romeinse hoofdman, had meer vertrouwen gehad in de stuurman en in de kapitein dan in de woorden van de apostel (Han. 27: 11).
Ja, en zo komt het dat ze in z'’n erbarmelijke toestand terechtgekomen zijn, in een vreselijke storm. En niets  lijkt te helpen. Overbodige ballast is al overboord gesmeten, waardevolle scheepsuitrusting ging er achteraan. Maar niks lijkt te kunnen voorkomen dat ze met man en muis ten onder zullen gaan. Zelfs de zon en de sterren, die eerst nog oriëntatie boden, weigeren dienst. De mensen aan boord weten niet meer waar ze het zoeken moeten. En ook het innerlijke kompas laat het afweten: zeeziekte – ik heb het een aantal keren persoonlijk meegemaakt – is vreselijk. Je wilt niet meer eten of drinken, alleen nog maar dat het stopt!
Zonder oriëntatie, zonder richting, niet meer weten waar het heen moet. De actuele toestand in de wereld kan je dat gevoel bezorgen. Wie weet eigenlijk nog wel wat de koers moet zijn? Zelfs de zon en sterren van deze wereld, de grote leiders, lijken er samen niet uit te komen. En nog dichterbij, ook persoonlijk, kun je op een kruispunt komen te staan zonder te weten welke richting je moet inslaan. Onrust is dan wel het minste. Moedeloosheid kan dan ook heel goed je deel zijn. Waren er
nu maar van die heldere sterren die je voorgingen en de weg wezen…
Er is er één bij wie het innerlijke kompas nog wel functioneert. Dat is de apostel. Hij is ook mens, met alles wat daarbij hoort. Maar wat het verschil maakt is dat er een engel, een boodschapper van zijn God, 's nachts bij hem is gekomen en in zijn oor heeft gefluisterd. En die heeft verteld dat hij niet bang hoeft te zijn. Dat hij voor de keizer moet verschijnen en dat God er voor zal zorgen dat dit ook daadwerkelijk zal gaan gebeuren. En dat God, door zijn goedheid, het leven van alle opvarenden zal sparen (Han. 27: 24). Hierdoor kan de apostel de bemanning bemoedigen en aansporen om moed te houden. Dat kan omdat hij vertrouwt op het woord van zijn God dat hem verkondigd is.
Wij, hier en nu, worden uitgenodigd om hetzelfde te doen, om ook te vertrouwen en te bouwen op het woord van onze God, zelfs in omstandigheden waarin we ons ellendig en oriëntatieloos voelen. Dat is trouwens wel een hele opgave. Een periode waar je gemakkelijker doorheen komt als 'engelen' bemoedigend in je oor fluisteren!
Mooi trouwens dat het woord van God niet alleen redding beloofde aan Paulus zelf, maar aan allen die met hem meereisden. Dat bepaalt ons erbij dat het evangelie er is voor alle mensen, ook voor degenen die door eigen schuld in nood zijn geraakt. Bij deze God kun je blijkbaar altijd aankloppen!
Ds. B.F. (Bas) Bakelaar
september/oktober 2025
terug