Het doophek Het doophek
Het doophek is gemaakt omstreeks 1735. Het is een uit eikenhout gesneden monument dat de herinnering aan de zeilende walvisvaart levend houdt. Het bestaat uit vijf bewerkte traveeën (panelen) , waarvan het middelste iets naar voren uit springt. 

Het meest rechtse paneel vertolkt een fragment uit de geschiedenis. Ingelijst in een schelp, het schutssymbool van de zeevaart, zien we drie zeilende walvisschepen, twee bemande vangsloepen en enkele spuitende walvissen. Onder de schelp staat: 'De Groenlandse Visserij'. Het meest linkse paneel toont het wapen van Krimpen aan de Lek, drie liggende wassenaars, halve manen. In het paneel staat 'Crimpen op de Lecq'. 

De drie middenpanelen vertellen over de families Van Holst, Van Barnevelt en Van der Geer. Martinus van Barnevelt behoorde met de familie Van de Geer en Van Holst tot de belangrijkste aandeelhouders van de walvisvaart. Martinus van Barneveldt was van 1722 tot 1759 Ambachtsheer van Krimpen aan de Lek. 

Bij afwisseling woonde hij in Gorinchem of op het 'slot' van Noordeloos. Daar was hij Vrijheer. De zaken in Krimpen aan de Lek werden bij zijn afwezigheid geregeld door de Schout en Secretaris Krijn van Holst en de zeven Schepenen, waaronder Jan van de Geer. Zij waren aangesteld door de Ambachtsheer. 

Het gehele doophek, in het bijzonder de drie voorste panelen, lijkt een bewijs te zijn van de goede relatie en harmonie in het bestuurscollege van Krimpen aan de Lek in die dagen. Martinus van Barnevelt en zijn vrouw Geertruijda van Bruijningh lieten hun wapens en hun namen op het dominerende fraaie middenpaneel graag flankeren door het paneel van Krijn van Holst en zijn vrouw Willemijntje Verhoef en dat van Jan van der Geer en zijn vrouw Neeltje de Jong. 

Op het doophek ontbreekt de naam van de meesterhout-snijder. 
terug